Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Diverse creatieve werkvormen om jongeren in gesprek te komen over Pinksteren en het begin van de kerk. 

Vuur (binnenkomer)

Doel: jongeren laten stilstaan bij het verhaal van Pinksteren
Nodig: waxinelichtjes, bijbel, oranje papier in de vorm van vlammetjes
Tijd: vijf minuten

Zet wat waxinelichtjes in een kring op tafel. Lees een klein gedeelte uit de Bijbel: Handelingen 2: 1-5. Vraag aan de jongeren waaraan zij denken bij het Pinksterfeest. Schrijf de reacties op vlammetjes van papier en maak daar een symbolisch vuur van.

Wind

Doel: jongeren ontdekken wat de Heilige Geest is en wat deze kan doen
Nodig: twee grote tafels met een glad oppervlak, karton voor de opstaande randen, vier lege doosjes voor de doelen, stevig tape, voor iedere deelnemer een rietje, pingpongballetjes, cadeautjes
Tijd: tien minuten

Zet voor de bijeenkomst twee grote tafels klaar voor het blaasvoetbalspel (of één tafel als je groep niet zo groot is). Maak opstaande randen door brede stroken karton langs de tafelrand te plakken. Plak aan weerszijden kleine doosjes of lege boterkuipjes als doelen.

Vertel de jongeren dat ze een spelletje blaasvoetbal gaan spelen. De jongeren moeten ervoor zorgen dat het balletje in het doel (doosjes/ boterkuipjes) komt, maar mogen slechts door een rietje blazen om dit voor elkaar te krijgen.Vorm twee of vier teams van twee of drie jongeren. Laat hen vijf minuten spelen en geef de winnaars een klein cadeautje.

Vraag na afloop of de jongeren begrijpen wat dit spel nu eigenlijk met Pinksteren te maken heeft. Laat hen even raden. Het is natuurlijk ludiek bedoeld, maar zoals hun adem door het rietje het pingpongballetje in beweging zet, zo zet de Heilige Geest ook mensen in beweging. Dat gebeurde tijdens Pinksteren voor het eerst, na de hemelvaart van Jezus. Je ziet het zo op het eerste gezicht niet, maar het gebeurt: Gods Geest waait als de wind.

Vraag de jongeren of zij momenten kunnen benoemen waarin Gods Geest mensen in beweging zette. Hebben ze daar een ervaring in gehad, of wellicht vrienden? Wat is dat eigenlijk 'in beweging zetten'? Mensen zeggen ook wel eens: Gods Geest woont in ons. Wat houdt dat in? Bedenk voor jezelf als leider of je ervaringen van 'in beweging zetten' hebt gehad, en of je die zou willen delen met je groep jongeren.

Wat zou jij doen?

Doel: beeldvorming bij hét moment van Pinksteren door middel van een lied
Nodig: download lied
Tijd: tien tot vijftien minuten

De uitstorting van de Heilige Geest is een vreemde gebeurtenis voor de discipelen. Denk je maar eens in. Op een avond zit je met een vriendengroep bij elkaar. Plotseling begint het te stormen, en praat iedereen een andere taal. Vraag de jongeren hoe zij zouden reageren en wat anderen van buiten hun vriendengroep zouden zeggen. Sluit het gesprek af met het lied van Gerald Troost: ‘Laat God tot je spreken'. Je kunt de gezongen versie laten horen en/of de tekst printen op mooi papier en uitdelen.

Het begin van de kerk

Doel: jongeren ontdekken en vormen een mening over kerk zijn
Nodig: bijbel, flap-over
Tijd: vijftien minuten

Lees met elkaar Handelingen 2:1-47.

Vraag hen op post-its hun eerste reacties op te schrijven: wat vinden ze van deze gebeurtenis op het Pinksterfeest? Wat doet dit verhaal met je? Petrus spreekt ook over het dopen: wat vind je van zijn oproep? Laat ze hun reacties op een flap-over plakken en bespreek deze met elkaar.

De eerste stappen naar een kerk worden in dit hoofdstuk gemaakt. Vraag wat volgens hen de kerk vormt en laat ze dit op een andere flap-over schrijven (schrijf het woord 'kerk' in midden van het blad): wat heb je nodig voor een kerk? Hoe denkt Petrus daarover? Wat kan je uit dit hoofdstuk van Handelingen halen? Bespreek met elkaar wat het belangrijk is in de kerk en welke rol de Heilige Geest daarin heeft.

Vraag hen tenslotte of ze hun eigen kerk zouden willen scoren naar aanleiding van jullie gesprek. Welke eigenschappen die net benoemt zijn van een kerk zie je terug in jullie eigen kerk/ gemeente? Geef hen de opdracht op de flap-over een score van 1,2 of 3 punten te geven bij elk eigenschap (woord) dat genoteerd is. 1: komt niet voor in onze gemeente. 2: komt wel voor, maar te weinig. 3: hier zijn wij heel goed in!

Bespreek met elkaar de uitkomsten. Waar is de kerk goed in? Waar zou het nog aan kunnen werken? En hoe? Bespreek hierin ook hoe de Heilige Geest hierin jullie/ de kerk mogelijk zou kunnen helpen. Probeer samen tot concrete vormen of activiteiten te komen, zodat jullie samen wellicht vervolgstappen kunnen ondernemen.

Welke Geest?

Doel: de jongeren bezinnen zich op een actieve manier door middel van een wandeling
Nodig: opdrachten, routebeschrijving, extra leiding, fiets of auto, zaklampen
Tijd: twee tot drie uur

Deze activiteit is een wandeling van vijf tot tien kilometer in het donker buiten de bebouwde kom. Zorg voor een goede routebeschrijving en iemand die rondrijdt in het gebied waar de jongeren lopen. Laat dit ook weten aan de jongeren en geef ze een telefoonnummer mee van iemand van de leiding voor noodgevallen. Meldt ook bij de brandweer als je deze tocht doet, zodat zij op de hoogte zijn. 

Tijdens de wandeling komen de jongeren opdrachten tegen. Deze hebben te maken met de uitingen van de Geest in eigenschappen van mensen. Dit zijn bijvoorbeeld liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing (Galaten 5: 22-23a). De opdrachten vind je hier. De opdrachten kunnen zich bevinden op paaltjes, bomen of andere plaatsen.

De Geest van God in de praktijk

Doel: de jongeren zoeken naar de Geest van God in de praktijk
Nodig: papier, potloden/pennen
Tijd: dertig minuten

De Geest van God kan zich in gaven vertalen, die je kunt gebruiken. Een dominee heeft bijvoorbeeld de gave om het woord van God aan anderen door te geven. Bespreek met de jongeren welke gave zij hebben, waar herkennen zij de Geest van God in hun leven? Doen ze er ook iets mee? Of hebben ze misschien meer dan één gave? Wat vinden de jongeren van het idee dat deze gaven een geschenk zijn van de Heilige Geest?

Laat de jongeren op een vel papier een kleine middencirkel met hun eigen naam erin tekenen. Daar omheen tekenen ze een grotere cirkel waarin namen komen te staan van mensen die om hen heen staan. Laat de jongeren proberen aan te geven via welke gave ze met een bepaalde persoon verbonden zijn. Bespreek samen wat zij genoteerd hebben en vraag de jongeren het toe te lichten.  

Muurschildering

Doel: de jongeren verwerken het pinksterverhaal door middel van schilderijen
Nodig: gedichten ter inspiratie, papier, verf , kwasten, papieren (liefst A3)
Tijd: een uur

Lees het Pinksterverhaal voor (Handelingen 2:1-47) of laat het voorlezen. Geef de jongeren de opdracht een gedicht te maken bij het verhaal. Evt. kun je ook van te voren op zoek gaan naar een aantal gedichten die duidelijk een beeld van Pinksteren oproepen. Laat een aantal hun gedichten voorlezen, en bespreek deze met elkaar. 

Geef aan iedere jongere een vel papier, en laat ze bij hun gedicht een verbeelding van Pinksteren maken. Ook al hebben de jongeren misschien geen duidelijk beeld voor zich, met kleuren kan een impressie van het gevoel worden gegeven, of een beeld worden gemaakt. Vraag aan alle kunstenaars een toelichting. Waarom deze kleurenkeuze? Deze vorm? etc. 

Evt. kun je het werk in de kerk ophangen voor andere gemeenteleden met de gedichten eronder. 

Ja-zeggen

Doel: de jongeren staan stil bij de opdracht van Pinksteren: ja-zeggen tegen God
Nodig: gemeenteleden die belijdenis gaan doen, knutselmateriaal, lijm, scharen etc. 
Tijd: 45-60 min

Pinksteren is één van de dagen bij uitstek om belijdenis te doen. Zijn er in jouw gemeente ook jongeren of volwassenen die belijdenis doen? Vraag of zij in een gesprek met jouw groep aan willen geven wat hun motivatie is. Maak met jouw groep voor degenen die belijdenis doen een aandenken aan deze dag.

Bedenk eerst samen wat een mooi aandenken zou zijn, wat iemand zou willen ontvangen en wat voor een boodschap je hen wil meegeven. Bedenk daarna in welke vorm je dit zou willen gieten met elkaar. 

 Je kunt hiervoor een gedicht gebruiken, of een afbeelding van bijvoorbeeld twee ‘ontvangende' handen, een vlam of een duif. Maar je kunt ook denken aan een slinger van bemoedigende kaartjes die iemand kan ophangen in zijn of haar kamer. 

Pinksterpuzzel

Doel: de jongeren ontwerpen een puzzel
Nodig: ruitjespapier van 1 centimeter, liniaal en pennen
Tijd: dertig minuten

Geef iedere jongere een vel ruitjespapier en laat ze een rechthoek tekenen. Afhankelijk van de tijd die je ervoor wilt gebruiken, kun je de rechthoek groot dan wel klein laten tekenen. Laat de jongeren zoveel mogelijk woorden die met Pinksteren te maken hebben bedenken, en deze onder de rechthoek schrijven. Van al deze woorden gaan ze een woordenslang maken in de rechthoek. Ergens in de rechthoek beginnen ze met een woord. In elk vakje komt één letter. De woorden mogen kronkelend als een slang geschreven worden, waarbij de laatste letter van het eerste woord de eerste letter van het volgende woord is. Kijk hier voor een voorbeeld.  

Foto-opdracht

Doel: de jongeren leggen Pinksteren in nieuwe beelden vast
Nodig: digitale camera's, laptop met fotoprogramma
Tijd: drie uur

Verdeel de groep in tweetallen en kijk of elk tweetal een camera heeft. Laat de jongeren een foto maken, die volgens hen past bij Pinksteren. Deze opdracht kun je buiten laten uitvoeren, in de directe omgeving, of verder weg. Je kunt ook de opdracht meegeven voor jullie volgende bijeenkomst. Op die manier hebben ze meer tijd om na te denken wat Pinksteren voor hun betekent. Laat de jongeren delen in hun foto's en hun verhalen daarbij. Variatie: in plaats van foto's kun je ook vragen of ze een kort filmpje willen maken. Evt. kunnen ze hun foto's (of filmpje) in een eredienst tonen. 

De wereld in (afsluiter)

Doel: de jongeren verspreiden inspirerende teksten
Nodig: oranje papier in de vorm van vlammetjes
Tijd: vijf minuten

Na een inspirerende avond kun je deze afsluiten met de vraag aan de jongeren of zij een inspirerende tekst kunnen schrijven voor iemand anders. Doe dit op vlammetjes van oranje papier. Iedereen geeft zijn vlammetje aan een andere jongere uit de groep.

Wil je het wat grootser aanpakken, maak dan van tevoren iets meer vlammetjes dan het aantal te verwachten bezoekers aan de kerkdienst op pinkstermorgen. Schrijf met elkaar op elk vlammetje een korte inspirerende tekst en verzamel ze. Na de dienst delen de jongeren zelf de vlammetjes uit bij de uitgang(en) van de kerkzaal. Op deze manier gaan de gaven en inspiraties van de jongeren ‘de wereld in'.