Deze werkvorm is een onderdeel van Bijeenkomst 2: Abraham, Isaäk, Jakob van Catechesemethode Overhoop.
Zegen van Isaäk voor zijn zonen
- Duur: 20 minuten.
- Nodig: print van Genesis 27:1-45 voor alle deelnemers, markeerstiften.
Voorbereiding
Lees de genoemde tekst door en markeer voor jezelf het goede wat Jakob ontvangt. Doe hetzelfde met wat Esau ontvangt.
Uitvoering
Vertel dat in de tijd van Isaäk de vader zijn kinderen zegent voordat hij overlijdt. De zegen zorgt voor voorspoed en kracht. De oudste zoon krijgt daarbij een extra grote zegen. De vader stelt daarmee als het ware de erfenis voor zijn kinderen beschikbaar.
Vertel dat je samen het stuk gaat lezen waarin Isaäk zijn zoons de zegen geeft. Geef de jongeren de opdracht om te markeren met een merkstift welke dingen Jakob en Esau ontvangen.
Bespreek wat ze gemarkeerd hebben. Stel daarna de vraag: wat betekende de zegen die Jakob kreeg voor hem, denk je?
Vertel één van de volgende verdiepingen:
- Wij ontvangen in de kerk ook de zegen. De dominee spreekt het goede namens God over je uit. Met Gods zegen word je er weer extra aan herinnerd dat God altijd bij je is en Hij het goede met je voorheeft. Dat maakt verschil in je leven. Daarbij is er geen verschil tussen oudsten en jongsten. God houdt van iedereen. Vertel aansluitend aan de jongeren iets uit je eigen leven waarin je de zegen van God ervaart.
- Zoals Isaäk de zegen van God doorgaf aan Jakob, zo gaf Jezus de zegen door aan zijn leerlingen en zo ook aan ons. Je kunt de zegen doorgeven door daden en woorden. Je laat met je daden en woorden iets van Gods goedheid en liefde voor de ander zien. Je kunt het vergelijken met een mobiele telefoon. Stel dat jij dat mobieltje bent. En de wifi is de zegen van God. Zonder wifi heb je met je mobiel geen toegang tot internet. Pas met wifi kun je anderen een leuk nieuw liedje laten horen, gamen of whatsappen. Jij maakt dan als het ware onderdeel uit van ‘doorgeefsysteem’ van Gods zegen. Eerst ontvang je zelf Gods zegen, daarna mag en kun je het ook uitdelen.
Ga met elkaar hierover in gesprek, je kunt hiervoor deze vragen gebruiken:
-
Kun je in je eigen woorden vertellen wat de zegen van God betekent?
-
Welk verschil kan Gods zegen maken in jouw leven?
-
Wanneer zegenen we in de kerk (bijvoorbeeld aan het einde van de kerkdienst, bij de doop, trouwen, bevestigen ambtsdragers)?
-
Wanneer zou zegenen buiten de kerk zinvol kunnen zijn, denk je?